gedichtjes
er was eens een pinguïn
Er was er eens een pinguïn
die waggelde maar wat
en die ook altijd staan bleef
en nooit eens lekker zat.
Hij stond daar in zijn smoking
wat leek zijn nieuwe pak
hij stond daar wat te staan
en echt op zijn gemak.
Met zijn blote pootjes
op het koude ijs
nou zo'n gekke pinguïn
is toch echt niet wijs?
onderzoek naar pinguïns 2
n een vorig gedicht
heb ik er al uitgelicht
wat mij zo boeide aan een B.B.C.-documentaire
over pinguïns, vergezeld van een pinguinrobot.
Die laatste kreeg je niet kapot,
nóch in energie, nóch in levensduur.
Voor roofvogels vast wel wat zuur.
Die stalen zelfs zijn (nep-)ei op hun vlucht,
daar zo heel hoog in de lucht.
De camera in het nep-ei legde alles vast;
voor de rovers denk ik wel een grote last.
Wat mij deze keer bezig hield:
de pinguins kennen óók verdriet!
Een roofvogel ging er vandoor met een kleintje.
Een "vriendin" troostte heel fijntjes.....
Ik was stomverbaasd, wist niet wat ik zag.
Voor de mamma-pinguin was het een hard gelag.
Ook schuilen ze bij storm en hevige kou bij elkaar
en trotseren zo beter menig gevaar.
Ik kan over deze serie voorlopig niet uit!,
ben héél erg benieuwd naar deel 3, tot besluit.
pinguins
We kleumen gedurig, een duizendtal
Als kegels die wachten op een bowlingbal
Ik zit op een ei met m’n dikke kont
Een kuiken waggelt verdwaasd in het rond.
Je hebt op de schotsen maar weinig gemak
Soms kun je je wassen in een wak
Maar uitgebreid poedelen kan je vergeten
Want anders wordt je kroost opgevreten.
Ik was in m’n vorige leven vast
Zo’n kerel die nooit op z’n kinderen past
Nu moet ik broeden, wel zestig dagen
Hoe kan een vent zoiets verdragen ?
Toch heb ik besloten mijn best te doen
Voor Boeddha geef ik hem van katoen
Want stel je voor dat ik het hier verknal:
Dan kom ik misschien wel terug als kwal !
moe en pa pinguïn
Moe en pa pinguin zijn heel blij.
Met al drie kuikens op een rij.
Bezorgd houden ze de wacht.
Iedere dag en iedere nacht.
Maar kleintjes worden groter
En dus ook hun koters.
En ondanks het naar pap en mam verlangen,
Gaan ze vandaag alleen visjes vangen.
Vorige week verloren ze hun donsveren.
En konden ze zwemmen leren.
Vorige week met bandjes aan.
En deze keer zouden ze ze alleen moeten laten gaan.
Maar eigenlijk kon Moe het niet over haar hart verkrijgen.
En terwijl ze verdwenen bleef ze maar zwijgen.
Toen ze weg waren vroeg Moe bezorgd aan Pap:
Zijn ze niet te vroeg weg, te rap?
Is de tijd wel rijp?
Als je me begrijpt.
Pa probeerde het en stelde hij haar gerust?
Hij zei: Denk je soms dat een orka ze lust?
Na die woorden barstte Moe in snikken uit.
Dat vond Pa niet leuk en hij riep uit:
Onze kinderen zullen voor het eerst naar zee toe gaan.
En kunnen dus wel hun mannetje staan.
En bij de Atlantische Oceaan
Kwamen toen drie pinguïns aan.
Ze waren wel een beetje zenuwachtig.
Want ze oceaan was ook zo prachtig!
Een tijdje stonden ze daar elkaar ui te dagen.
Wie het eerst de duik zou wagen.
Want het was heel anders met Moe en Pa.
Maar uiteindelijk besloot de kleinste: Ik ga!
En na die woorden sprong hij direct.
In de zee met een duik… perfect!
Maar toen werd hij opeens bedolven.
Onder de grote koude golven.
Het kuikentje schreeuwde moord en brand.
Naar zijn broertjes op het land.
Die zonder twijfel begonnen.
En ook de zee in sprongen.
Maar zij werden ook door golven overmand.
En hulpeloos schreeuwden ze allen naar het strand.
Tot de oudste zei: Kom op
Hier schieten we helemaal niets mee op.
En nadat een golf hem overspoelde.
Legde hij uit wat hij bedoelde.
Individueel zijn wij wel slap.
Maar samen zijn wij net zo sterk als pap.
Na die woorden pakten ze elkaars hand.
En zwommen dapper naar de kant.
Dat scheelde maar een haartje.
Want achter de rots zwom een zeeluipaardje.
Ze vertelden hun verhaal aan Pa en Moe.
En daarna gingen ze naar bedje toe.
Ze droomden allemaal van dat werk.
En dachten: Samen sta je sterk!
Maak jouw eigen website met JouwWeb